Fraude bij fondsenwervende goede doelenorganisaties is vanuit moreel oogpunt zo mogelijk nog kwalijker dan fraude bij andere organisaties of bedrijven. Omdat fondsenwervende goede doelenorganisaties voor hun inkomsten in grote mate afhankelijk zijn van donateurs, is imagoschade bij goede doelen direct financieel voelbaar bij de eigen organisatie én bij andere fondsenwervers in de hele branche. Bij fraude spelen altijd drie invloeden samen een rol: druk, gelegenheid en rationalisatie. Ons bureau verricht forensische onderzoeken binnen de charitatieve sector. Deze onderzoeken tonen aan dat bij fraude met name de gelegenheid om fraude te kunnen plegen een belangrijke factor is. Bijvoorbeeld het werken met veel vrijwilligers. Maar ook bij de bestedingen liggen risico’s op de loer. Stevig investeren in een zwaar opgetuigde interne controle is in de praktijk vaak geen optie. Het schrikt vrijwilligers en medewerkers vaak af en het kost geld. Effectief en efficiënt fraudebeleid bij is geïntegreerd in bestaand beleid rond bestuur, crisismanagement, personeelszaken, risicomanagement etc.
Meer weten?
Wil je meer informatie over de inhoud van het dossier of in contact worden gebracht met de kennisaanbieder? Neem dan contact met ons op.